

We gaan dus een, wat Esmée noemt, bejaardendagje doen. We stoppen eerst even bij een overblijfsel van de Borax-winning uit het begin van 1900. Historische plek met natuurlijk een virtuele cache en ook nog eentje die door Nederlanders is geplaatst. Echte caches mogen niet in nationale parken, virtuele en earthcaches wel. Meestal gaat het om een speciale plaatst waarover vragen moeten worden beantwoord. We zijn er niet altijd dol op omdat Amerikanen nogal de neiging hebben vragen te bedanken waarvoor je een academische opleiding geologie moet hebben gevolgd. Verder putten ze hun eigen kennis uit boeken die nergens meer te raadplegen zijn (dat melden ze zelf al). Ik denk dan, of ze zijn zo oud dat ze hun eigen studieboeken gebruiken die niet meer actueel en beschikbaar zijn, of ze willen je het zo moeilijk maken dat ze zelf heeeeel knap lijken. Ego’s? Ik heb het vast mis. Deze cache is goed te doen.


Daarna rijden we naar de Sand Dunes richting Stovepipe Wells. Prachtige witte duinen in het midden van de woestijn. We houden ons aan het advies van de rangers en doe het rustig aan. Prachtige duinen trouwens, zeker als je verder dan de eerste 200 meter wilt lopen. We blijken echter wel de enige te zijn die een eind de duinen inlopen. Alle andere toeristen blijven in een straal van 25 meter rond de parkeerplaats Dan hebben we zin in koffie en we vinden die in het restaurant van Stovepipe Wells. Het gehucht is zo klein dat er slechts één restaurant is. Ze hebben er de beste koffie die we tot nu toe in de USA geproefd hebben. Meestal is koffie hier een waterige substantie, maar hier smaakt het echt naar koffie. We complimenteren de dames van het restaurant ermee.


Dan rijden we naar de Ubehebe krater, eigenlijk was dit alleen een tussenstop naar de Race Track, maar nu een eindpunt van vandaag. De wind bij deze krater is vandaag buitensporig, we schatten een flinke windkracht 8 of 9 en dan ook nog in de warme variant. Alsof je in een föhn staat. Dit zijn niet de uitgelezen omstandigheden om hier lang te blijven of wandelingetjes te ondernemen. Dus terug richting Beatty. Maar nog wel even kijken waar de Titus kloof uitkomt. Prachtige wanden van een smalle kloof, maar de bodem laat zien dat we dit echt niet met onze huurauto hadden moeten doen, grove keien en puntige kiezels. Het doet wel even zeer om hier te staan en niet de hele kloof te kunnen zien, maar het is niet anders.


Op weg naar Beatty stoppen we nog even bij een ghost town. Er is een verdienstelijk kunstenaar, die er een gratis museum is begonnen, maar die vooral veel monumentale kunst buiten heeft opgesteld. Als je in de buurt bent, echt een keer gaan kijken.